Ron:
De veiligheid is absoluut het belangrijkste, maar ik wil ook de kosten nig een beetje in de hand houden. Meer als 2000.- voor een cx word er niet gegeven lijkt het.
Als ik kijk naar de grijze (mankepoot) zit ik al ruim over deze 2000.-
En ja, de hobby mag geld kosten. Wat ik eigenlijk van plan ben is straks 1 van beiden te gaan verkopen, en zo deze hobby een beetje binnen de perken te houden, en een volgens project aan te schaffen.
Over restaureren vooral de manier waarop / hoe zijn al boeken volgeschreven.
Daar moet ieder op zijn eigen manier en inzicht mee om gaan.
Persoonlijk hanteer ik de stelregel dat je de leeftijd ook na restauratie aan een oldtimer best mag afzien; dus behoud zo veel mogelijk zijn originaliteit, het patina / de doorleefdheid van al die jaren.
Omdat het frame van een motor het moeilijkste / tijdrovenste onderdeel is moet je dat het meest intensief / toekomstbestendig aanpakken. Vandaar het poedercoaten.
De aanbouwdelen hoeven minder intensief. Alhoewel ik altijd de originele bouten, moeren en vulringen hergebruik, gaat veel tijd zitten in het schoonmaken / polijsten daarvan. En ja op bouten/moeren kunnen beschadigingen zitten van het sleutelen in het verleden, maar dat mag je best zien vind ik.
De lakdelen maak ik altijd eerst goed schoon / ontvet ze. Daarna worden ze intensief gepolijst. Kleine roestplekjes zet ik daarna in de blanke lak. En ja ze blijven zichtbaar net als deukjes en krassen.
Idem behandel ik aangetast chroom. Daarvoor gebruik ik als eerste een staalborstel geschikt voor RVS op de boormachine. Daarmee ontdoe je het chroom van roestsluier en ontroest je pitting. Let wel op dat je niet te hard drukt, dan ben je zo door het chroom heen. Daarna polijst ik het chroom met Belgom Chroompolish. Ja je blijft de oneffenheden zien maar het glimt je in de meeste gevallen tegemoet.
En het eindresultaat: een motor op leeftijd, die er zonder botox nog heel goed uit ziet
This posting has been generated with 100% recycled electrons.