Ik ben niet op reis geweest, maar wilde toch graag een keer een reisverslag hier op het forum plaatsen zodat jullie een mooi verhaal te lezen hebben

Ik heb daarom aan ChatGPT gevraagd om een verslag te schrijven. Met een paar korte aanwijzingen van mij, kwam het volgende eruit.
Reisverslag: JiMi op de motor naar de NoordkaapDag 1 – Ik vertrekOp een frisse ochtend in juni startte ik mijn oude Honda CX500 uit 1978. Ik was net 50 geworden en vond dat een prima excuus om de boel de boel te laten en naar de Noordkaap te rijden. De motor, al drie jaar geen serieuze rit meer gereden, sloeg aan alsof hij wist: dit wordt onze reis.
Bij Apeldoorn stopte ik bij een motorcafé. Binnen vijf minuten zat ik in een verhitte discussie met een groep motorrijders over welke motor de meeste "ziel" heeft. Een Duitser beweerde dat zijn BMW nog in Stalingrad had gereden. Ik luisterde, glimlachte, en zei pas bij vertrek: "De mijne heeft al vijf levens overleefd. Dit wordt nummer zes." Er viel een stilte. Ze knikten. Een motorbroederschap was geboren.
Op de snelweg richting Bremen haalde ik een Porsche 911 in. Dat komt door de "geheime benzinemix" van E10 en espresso. Met een beetje wind mee en een shot espresso nog in m'n bloed, leek het alsof de CX even vleugels had. Later die avond zette ik mijn tent op bij een verlaten veld. Volgens locals zaten daar wolven. Ik sliep als een blok beton met oordoppen.
Dag 2 – Doorweekt DuitslandRegen. Geen gewone regen, maar zo'n bijtende, zijwaartse regen die door je sokken lacht. Mijn leren jas hield stand, mijn jeans werd een natte deken. In een Duits dorpje stuitte ik op een boerenmarkt. Daar at ik een braadworst die zó goed was dat m'n motor er soepeler van ging lopen. Serieus.
In de middag werd ik ingehaald door een motorrijder op een glimmende Kawasaki. Ik gaf gas. De oude CX begon te grommen als een opgefokte bulldog. Twee bochten later was ik hem kwijt. "Niet omdat ik sneller was," zeg ik altijd, "maar omdat hij verdwaalde in mijn uitlaatgassen."
Die avond kampeerde ik aan een Zweeds meer. Een visser daar vertelde dat het zo diep was dat er nog Duitse U-boten op de bodem lagen. Ik hoorde 's nachts iets plonzen. Grote vis. Of een spookduikboot. Je weet het niet.
Dag 3 – Elanden en andere wonderenZweden is leeg, stil en mooi. In de ochtend ontsnapte ik ternauwernood aan een auto die zonder kijken een zijweg op schoot. Mijn achterband piepte, ik voelde het frame zwabberen, maar ik hield hem recht. Op het nippertje. Ik zweer het: ik zag mijn leven in de spiegels passeren.
En toen... een eland. Groot, imposant, en ineens daar, midden op de weg. Ik zette de motor stil. Hij bleef staan, keek me aan. We hadden een moment, hij en ik. Alsof we elkaar begrepen. Hij knikte, geloof ik. Daarna liep hij rustig het bos in. Mijn hart bonkte. Mijn ziel lachte.
Later die dag, bij een verlaten tankstation, kwam er een oude man op een fiets langs. Spreekt vloeiend Nederlands. Bleek ooit met de moeder van Herman Brood te hebben gedanst. Hij gaf me een zakje gedroogde paddenstoelen "voor onderweg". Ik bewaar ze nog steeds.
Dag 4 – Hagel in OsloIk rolde Oslo binnen precies op het moment dat de lucht openbrak. Hagelstenen zo groot als knikkers kletterden op mijn helm. Ik reed door, alsof ik door een rivier van marmeren kogels trok. Onder een viaduct vond ik schuilende motorrijders. Eén riep: "Ben jij die gek op die oude Honda?" Ik knikte. We deelden koffie, sterke verhalen en natte sokken.
's Nachts sliep ik in een hostel dat ooit van een Noorse volkszanger met zes ex-vrouwen was geweest. De muren fluisterden liedjes. Of ik droomde het. Moeilijk te zeggen.
Dag 5 – De NoordkaapDe weg naar de Noordkaap is magie op asfalt. Fjorden, rendieren, eindeloze stilte. Mijn Honda begon te haperen op een steile helling. Ik gaf de tank een liefdevolle tik en zei: "Nog even volhouden, ouwe." Hij snorde weer alsof-ie het begreep.
Om middernacht stond ik daar, aan de rand van Europa. Wind in mijn gezicht, zon laag aan de horizon, alsof de wereld even pauze hield. Ik brulde in de wind: "JIJ BENT HIER GEWEEST!" Niemand begreep wat ik bedoelde. Maar ik wel.
Dag 6 – De ijsbeerIk overnachtte in een houten hut, diep in Finland. 's Ochtends liep ik naar een beekje om water te halen. En daar stond-ie: een ijsbeer. Ogen als kolen, adem als koude vis. Mijn hart sloeg over. Geen wapen, geen plan. Alleen mijn stem. Dus ik riep: "BOE!"
Hij schrok. Echt waar. Keek me aan alsof ik gek was – wat ik ook was – draaide zich om, en verdween tussen de bomen. Sommige mensen geloven me niet. Dat geeft niet. De beer wel.
Dag 7 t/m 10 – Naar huisDe rest van de reis gleed ik door Finland en Zweden. Een UFO gezien? Misschien. Een zalm gegeten die me nog aankeek voordat ik hem opat? Zeker.
De Honda begon olie te lekken, dus ik repareerde het met kauwgom en ducttape. "MacGyver-style." Hij hield het vol tot Utrecht.
Toen ik mijn straat weer inreed, riep mijn buurman: "Was je echt naar de Noordkaap?" Ik zette mijn motor op de standaard, keek hem aan en zei: "Dat... en nog veel verder."
